De paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing is opgesteld volgens het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), de beleidsnota Risicomanagement en Weerstandsvermogen – geactualiseerde beleidsnota 2015 en de beleidsnota reserves en voorzieningen (2018).
Weerstandsvermogen
Ratio weerstandsvermogen = €17.171.000 / €15.640.000 = 1,10
De totale omvang van de beschikbare weerstandscapaciteit (teller) is €17.171.000. De beschikbare weerstandscapaciteit is daarmee iets lager dan de capaciteit opgenomen in de jaarrekening 2018.
De totale omvang van de benodigde weerstandscapaciteit (noemer) is €15.640.000. Ten opzichte van de jaarrekening 2018 is dit circa €1,2 miljoen hoger. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door nieuwe risico’s in het Sociaal Domein, de Omgevingswet (conform 1e kwartaalrapportage 2019), Milieu- en afvalstoffenheffing (zie programma Milieu) en in de grondexploitaties (zie paragraaf grondbeleid).
Conform de beleidsnota risicomanagement en weerstandsvermogen houden we, naast de geïnventariseerde risico’s rekening met een extra buffer voor financiële tegenvallers waar niemand rekening mee houdt. Deze zogenaamde minimumnorm biedt een soort veiligheidsmarge.
Voor het bepalen van de minimumnorm wordt de ‘artikel 12-norm’ van de Financiële verhoudingswet (Fvw) gehanteerd (zie artikel 23, lid 1 – Fvw). Hierin wordt uitgegaan van 2% van de algemene uitkering uit het gemeentefonds aan de gemeente en 2% van de OZB capaciteit.
Doordat ten opzichte van de vorige bepaling van de ratio weerstandsvermogen de omvang van de risico’s (benodigde weerstandscapaciteit) is toegenomen bij een ongeveer gelijkblijvende buffer (beschikbare weerstandscapaciteit), is de uitkomst van de weerstandsratio minder positief (ratio was 1,20).
Relevante aspecten
- 52 risico’s komen in aanmerking voor het aanhouden van weerstandsvermogen.
- 19 van deze risico’s hebben een risicoscore ≥ 9.
- Er zijn geen risico’s (negatief gevolg) waarop gerelateerde kansen (positief gevolg) in mindering zijn gebracht.
Belangrijke conclusies
De uitkomst van de ratio weerstandsvermogen is 1,10 In de jaarrekening 2018 was de uitkomst 1,20. Conform het bestuursakkoord beschikken we over voldoende weerstandsvermogen wanneer de uitkomst van de ratio minimaal 1 is. Volgens de uitgangspunten in de beleidsnota reserves en voorzieningen wordt het meerdere (dit is het bedrag dat voor een hogere uitkomst van de ratio 1 zorgt) gestort in de generieke weerstandsreserve. Dit is meegenomen in deze voorjaarsnota.
De gemeente beschikt met deze uitkomst op dit moment over voldoende weerstandsvermogen om de belangrijkste financiële risico’s op te vangen.
Ondanks de economische groei (vlakt in de eerste maanden van 2019 wat af) zijn er voor gemeente Deventer voldoende onzekerheden (o.a. gevolgen van rijksbeleid en economische ontwikkelingen) die het noodzakelijk maken om de financiële risico’s continue en nauwlettend te volgen. Waar mogelijk worden extra beheersmaatregelen genomen. In de meerjarenbegroting 2020-2023 wordt de ratio weerstandsvermogen opnieuw bepaald.